Hebben je ouders een laag inkomen of laag opleidingsniveau, dan is de kans groot dat je een achterstand oploopt, al vóórdat je naar de basisschool gaat.

Uit een notitie van het Centraal Planbureau (CPB, december 2020) blijkt dat kinderen van ouders met een laag inkomen of een lage opleiding al op driejarige leeftijd een achterstand hebben ten opzichte van kinderen van ouders met een hogere opleiding of hoger inkomen. Deze achterstand lijkt op latere leeftijd bijna niet meer in te halen.

Jongens en meisjes
Kinderen met een migratieachtergrond beginnen gemiddeld met een achterstand in taal en rekenen ten opzichte van kinderen met een vergelijkbare sociaaleconomische achtergrond, maar deze achterstand neemt af met de leeftijd. Ook tussen jongens en meisjes zijn er grote verschillen in vaardigheden. Meisjes presteren beter op taalgebied, jongens met rekenen. De werkhouding van meisjes is gemiddeld veel gunstiger dan die van jongens. Deze verschillen naar geslacht zijn veel groter dan de verschillen naar sociaaleconomische of migratieachtergrond.
Het CPB-onderzoek is gebaseerd op de cohortstudies Pre-COOL en COOL die worden uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut, de Rijksuniversiteit Groningen (GION) en de Universiteit Utrecht.
Buitenlands onderzoek laat zien dat extra hulp aan jonge kinderen kan helpen bij het verkleinen van de ongelijkheid. ‘Voor- of vroegschoolse educatie’ kan bijvoorbeeld positieve effecten hebben, op voorwaarde dat deze onderwijsprogramma’s van goede kwaliteit en omvang zijn. Of de Nederlandse programma’s en middelen effectief zijn is onvoldoende onderzocht.

Lees de CPB-notitie.