Inspecties: risico’s kwetsbare kinderen pleegzorg, jeugdbescherming en -reclassering
Het zicht op de veiligheid en de ontwikkeling van kwetsbare kinderen en jongeren is onvoldoende. Zij krijgen onvoldoende passende bescherming, begeleiding en hulp. Dit is het geval in de pleegzorg, in de jeugdbescherming en -reclassering. Dit concluderen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV). Stevig leiderschap is nodig van bestuurders, gemeenten en rijksoverheid. De inspecties roepen de betrokken staatssecretarissen van JenV en VWS op om het voortouw te nemen om te komen tot voortvarende en duurzame oplossingen.
In Trouw stelt hoofdinspecteur Hans Faber van de IJ&V dat de problemen verergeren. “Hoe komt het?”, zegt Faber. “Niet door de medewerkers.” Volgens hem doen veel jeugdhulpverleners hun stinkende best, maar door bureaucratie en werkdruk hebben zij blinde vlekken. Hulpverleners werken langs elkaar heen. De sector is overbelast.
“Te vaak lijken financiële afwegingen boven de belangen van het individu te gaan”, zegt Faber. Bij twijfel over het bieden van hulp ziet hij dat gemeenten eerst terughoudend ‘is-dit-echt-nodig-gesprekken’ voeren.
Faber snapt dat gemeenten kritisch kijken naar vaak dure jeugdbescherming. Maar jongeren mogen daarvan nooit de dupe worden, benadrukt hij. “Ingrijpen bij relatief lichtere gevallen zorgt bovendien dat een situatie niet verder escaleert.” Dit zou bijvoorbeeld uithuisplaatsing nog kunnen afwenden.
Volgens de inspecties kunnen jeugdzorginstanties zelf al winst behalen door professioneler te werken. Maar voor een echte oplossing moet de jeugdbescherming op de schop, zeggen de inspecties.