Om het structurele tekort bij de uitvoering van de Jeugdwet op te lossen, willen de samenwerkende beroepsverenigingen dat de overheid kijkt naar een verbetering van het jeugdstelsel. Uitgangspunt moet “kwalitatieve, passende hulp” zijn, maar de verenigingen bepleiten ook besparingen.
De samenwerkende beroepsverenigingen Zorg voor de Jeugd en het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) reageren daarmee op het rapport van bureau Andersson Elffers Felix (AEF) waarin werd vastgesteld dat gemeenten jaarlijks 1,3 tot 1,5 miljard euro te kort komen om de Jeugdwet goed uit te voeren. Volgens de verenigingen moet de oplossing gezocht worden in verbetering van het jeugdhulpstelsel. Ze noemen “kwalitatieve, passende hulp” als uitgangspunt, samen met “kostenbesparingen of nodige structurele financiering.” Volgens de verenigingen moet de inhoud van de jeugdhulp voorop worden gesteld, “alleen zo is het mogelijk te komen tot doelmatige en doeltreffende hulp en besparingen.”

Lees de volledige reactie van de samenwerkende beroepsverenigingen Zorg voor de Jeugd op het rapport ‘Stelsel in groei’ (pdf, 3 pagina’s).

Het rapport ‘Stelsel in groei’ van Andersson Elffers Felix was een opdracht van de ministeries van Welzijn, Volksgezondheid en Sport (WVS), Binnenlandse Zaken (BZK) en Justitie en Veiligheid (JenV), en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Lees of download het rapport (pdf, 212 pagina’s).

De beroepsverenigingen werken samen in het actieprogramma Zorg voor de Jeugd, een initiatief van het ministerie van VWS en de VNG. De VKJP is vertegenwoordigd via de federatie van psychologen, psychotherapeuten en pedagogen, P3NL; in de stuurgroep zijn alleen het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP, Vera Naber) en de afdeling Jeugd van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP, Arne Popma) vertegenwoordigd.