De Tilburgse wethouder Esmah Lahlah heeft een maand geprobeerd rond te komen van het leefgeld dat overblijft van een bijstandsuitkering. Geen gemakkelijke opgave. Zij wilde ervaren waar mensen in de bijstand tegenaan lopen. Het bedrag: 40 euro per week en 10 euro extra per kind, volgens de Nibud-norm (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Ze leeft een aantal dagen van paprikachips. Gezond voedsel was te duur. Een kapot koffiezetapparaat kan niet worden gerepareerd. Ze noemt het leven meer overleven. Even los van de hoeveelheid formulieren die ingevuld moeten worden om in aanmerking te komen voor toeslagen, de voedselbank en nog veel meer. Toen ik dit las, vroeg ik mij af: hoeveel cliënten die wij behandelen zitten in de bijstand en wat betekent dit voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren? Leven van de voedselbank, geen ruimte voor iets extra’s, geen nieuwe kleding, geen fiets om naar school te fietsen, geen sportclub, geen muziekles, geen vakantie. Hoe praat je als kind mee met de andere kinderen die deze kansen wel hebben? Ongelijkheid en armoede.
Collega Zinkstok publiceerde dit jaar een redactioneel in het Tijdschrift voor Psychiatrie over ‘De jeugd heeft de toekomst? Over armoede, hersenontwikkeling en psychiatrie.’ Kinderen die opgroeien in armoede hebben minder goede uitkomsten wat betreft opleiding, gedrag en gezondheid. Een voor de hand liggend mechanisme dat Zinkstok noemt, is dat langdurige en chronisch verhoogde cortisolafgifte toxisch is voor de hersenen, vooral tijdens de ontwikkeling. Armoede leidt ook tot stress bij ouders, zoals de wethouder heeft ervaren. Dit kan leiden tot een ongunstig opvoedingsklimaat en minder aandacht voor het kind. In het slechtste scenario vergroot armoede het risico op kindermishandeling en de kans op psychische problemen, in zowel de kindertijd als de volwassenheid. Dat risico van nare jeugdervaringen (ACEs) liet Felitti goed zien in zijn onderzoek. Overigens krijgen niet alle kinderen die opgroeien in armoede psychische problemen. Een goede kwaliteit van de ouder-kindrelatie, ouders die sensitief-responsief reageren op het kind, vergroot de veerkracht en werkt beschermend (PACEs: positive and adverse childhood experiences). Zinkstok eindigt door te zeggen dat de effectiefste interventie voor het verbeteren van de geestelijke gezondheid weleens het structureel aanpakken van armoede zou kunnen zijn. Als kinder- en jeugdpsychotherapeut is het goed om je te realiseren wat de gevolgen van armoede zijn en dat het inzetten op onder andere het verbeteren van de ouder-kindrelatie beschermend kan werken. Bij kindermishandeling zijn ouders onmachtig. Ze zijn niet meer in staat om er voor hun kind te zijn, het ouderschap is ‘geblokkeerd’ door eigen traumatische ervaringen: stress in het dagelijks leven, bijvoorbeeld door armoede of psychische problemen. Dit vraagt niet alleen een individuele aanpak, maar ook een systemische, waarbij de uitkomst van psychische problemen een balans is tussen risico- (ACEs) en beschermende (PACEs) factoren, psychische kwetsbaarheid en voldoende veerkracht.
In dit themanummer worden de verschillende facetten van ACEs besproken en in combinatie met een mooi congres, dat nog in het verschiet ligt, zal het uw traumasensitiviteit vergroten.

 

Literatuur

Schreuder, A. (2021). Opeens zat de wethouder zelf in de bijstand. NRC, 10 juni. https://www.nrc.nl/nieuws/2021/06/10/opeens-zat-de-wethouder-zelf-in-de-bijstand-a4046826

Zinkstok. J. R. (2021). De jeugd heeft de toekomst? Over armoede, hersenontwikkeling en psychiatrie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 63(5), 317-319.