Een forensisch themanummer – ik hoor u denken. Deze jongeren, deze boefjes, behandel ik niet in mijn particuliere praktijk. Deze jongeren komen niet zelf naar de praktijk en worden vaak gestuurd, soms in een gedwongen kader, en zijn te vinden in JeugdzorgPlusinstellingen en justitiële jeugdinrichtingen.
Toch denken we als redactie dat dit themanummer een schat aan informatie biedt die voor u bruikbaar is om mee te denken over de taken en de rol die de kinder- en jeugdpsychotherapeut kan spelen bij het bevorderen van de kwaliteit van leven van deze vaak psychisch kwetsbare jongeren. Gedrag is wat er gezien wordt, vaak zeer ernstige gedragsproblemen met agressie. Als je hiermee wordt geconfronteerd, dan kun je zelf ook ontregeld raken. Door boos, vermanend te reageren, of angstig te worden en je misschien ziek te melden. Als zo’n jongere in een instelling verblijft, is de kans aanwezig dat er op dit gedrag een repressief beleid wordt gevoerd. Dat soms weer olie op het vuur is en het gedrag niet doet verbeteren.
Maar wat zit er achter dit gedrag? Ik wil u graag voorstellen aan Sofian. Hij werd ruim anderhalf jaar geleden aangemeld in verband met forse gedrags-problemen en agressie. Hij was moeilijk te hanteren en ging niet naar school. Woonde bij pleegouders, die hij vertrouwde en die naar omstandigheden het nog aankonden met hem. Tegen de pleegmoeder vertelde hij dat hij nare dingen had meegemaakt die voor de hulpverleners deels bekend waren, maar waarover hij niet wilde praten. Wat niet bekend was, is dat hij seksueel misbruikt is geweest in een pleeggezin. Hij werd verwezen voor trauma-behandeling met de vraag: “Durf je dat met hem aan?” We hebben het gedaan en hij heeft ervan geprofiteerd. Afgelopen week nam hij zelf contact met mij op, omdat het weer wat minder goed ging. Hij woonde helaas niet meer bij het pleeggezin en er werd een andere plek voor hem gezocht. Dit onduidelijke perspectief maakte hem weer boos. Hij vroeg of ik bij een gesprek wilde zijn met andere hulpverleners om hem te helpen verwoorden wat zijn gedachten en behoeften zijn, zodat hij niet bang hoefde te zijn boos weg te lopen. Het is een zeer summiere casusbeschrijving, maar wat ik geleerd heb, is dat het belangrijk is te begrijpen wat er achter het gedrag zit, waar komt het vandaan? Het is niet altijd wat het lijkt. En dat veranderen en leren – wat psychotherapie is – realiseerbaar is als er voldoende vertrouwen is. Sofian vertrouwde zijn pleegmoeder bij de onthulling van seksueel misbruik. “Zij zal mij geloven en mij daarmee helpen.” Na een afgesloten therapietraject kwam hij naar mij terug voor ondersteuning bij een moeilijk gesprek. Vertrouwen, epistemisch vertrouwen, is een belangrijke basis voor verandering en leren. De jongeren met forse gedragsproblemen en agressie missen dit epistemisch vertrouwen en zijn niet in staat om te ontspannen, wat nodig is om te kunnen leren en veranderen. Er is continu waakzaamheid. Het ontbreekt aan veilige gehecht-heid. Deze jongeren, zoals Sofian, hebben geleerd om op hun hoede te zijn, want mensen kunnen je misleiden en zijn niet te vertrouwen. Verhoogde waakzaamheid en wantrouwen maken dat een jongere moeilijk bereikbaar is en niets aanneemt van de goedbedoelende psychotherapeut. Het zijn de psychotherapeutische vaardigheden en creativiteit van de behandelaar om hiermee om te gaan en het epistemisch vertrouwen te ontwikkelen, waardoor een jongere openstaat voor leren en veranderen.
Laten we als kinder- en jeugdpsychotherapeuten geen kansen liggen? Hoe kunnen we deze psychisch kwetsbare jongeren helpen? Hoe kunnen we onze expertise inzetten voor deze doelgroep? Er is een beweging gaande dat jongeren niet meer worden opgesloten op afdelingen, maar terechtkomen in kleinere woonvoorzieningen. Hierdoor krijgen ze meer aandacht en individuele begeleiding. Het biedt ook kansen om hier psychotherapeutische zorg aan toe te voegen. Welke kansen ziet u? Met dit themanummer zetten we u graag aan het denken.

Namens de redactie,
Ramón Lindauer

 

Uit het tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 47, nummer 3, 2020.