Inleiding

Jaren geleden kwamen veel mensen vaak pas voor het eerst met transgender personen in aanraking als iemand in hun directe omgeving transgender bleek te zijn. Inmiddels zorgt de aandacht die in de laatste paar jaar in de traditionele media en online aan het onderwerp is besteed ervoor dat steeds meer mensen weten wat transgender zijn inhoudt; men kan zich een steeds beter beeld vormen van hoe het is om met genderdysforie door het leven te gaan. Door vele documentaires, tv-programma’s, artikelen, informatie online en transgender rolmodellen is de afgelopen tijd een klimaat ontstaan waarin een algemener bewustzijn van diversere genderidentiteiten en een grotere maatschappelijke acceptatie daarvan, de emancipatie van de transgender gemeenschap ondersteunen.

     Omdat ik zelf transgender ben, is deze verschuiving naar meer begrip voor de gemeenschap waar ik onderdeel van ben, duidelijk voelbaar geweest voor mij. Toen ik tijdens mijn jeugd en adolescentie in transitie ging, was transgender zijn nog nauwelijks onderdeel van het collectieve bewustzijn; er waren amper transgender personen op televisie; en als ze al op televisie waren dan was de manier waarop vaak negatief of erg reductief. En ook in mijn directe omgeving kende ik niemand die was zoals ik. Niet alleen merkte ik dat anderen vaak vanuit onbegrip reageerden als ze erachter kwamen dat ik transgender was, maar ook voelde ik me vaak erg eenzaam. Het voelde af en toe alsof ik de enige was die rondliep met verwarrende gevoelens over mijn genderidentiteit. Ik had behoefte aan herkenning, aan het ontmoeten van leeftijdgenoten die ook transgender waren, zodat we elkaar konden onder-steunen en ervaringen konden uitwisselen. Vandaar dat ik samen met mijn ouders terechtkwam bij Transvisie Zorg, een organisatie die (toentertijd nog onder een andere naam) psychische en psychosociale hulp verleent aan mensen met genderdysfore gevoelens en hun omgeving.

     Transvisie biedt transgender personen (volwassenen en jongeren) professionele begeleiding waarop zij in alle fasen van hun transitie kunnen terugvallen: voorlichting en consultatie, psychologische hulpverlening, ondersteuning bij gesprekken met partners, familie of vrienden, en via praat- en ontmoetingsgroepen. Vanwege de groeiende aandacht voor transgenders in de media worden transgender jongeren zich er namelijk steeds vaker al tijdens hun jeugd of tijdens hun adolescentie van bewust dat ze zich niet fijn voelen bij de geslachtsrol die ze bij hun geboorte hebben toegewezen gekregen, en worden dergelijke gevoelens steeds sneller door ouders gesignaleerd en serieus genomen. Jongeren die al op jonge leeftijd uit de kast komen of in transitie gaan vormen daarom een steeds groter wordende groep, die vanwege de levensfase waarin zij zich bevinden een specifieke zorgvraag heeft; zo kunnen transgender jongeren te maken krijgen met pestgedrag of uitsluiting op school (zowel door leraren als door medeleerlingen), wordt de voortgang van hun transitie sterk beïnvloed door het begrip of onbegrip van hun ouders, verzorgers en familie, en hebben ze extra begeleiding nodig bij het uitpluizen van de vragen die zij kunnen hebben omtrent hun genderidentiteit of de keuzes (al dan niet van medische aard) die ze kunnen maken tijdens hun transitie.[1]

     Daarbij speelt mee dat jongeren die in transitie zijn dit ingrijpende traject doorlopen op een kwetsbaar moment in hun ontwikkeling; de puberteit is al een periode waarin jongeren druk bezig zijn om uit te zoeken wie ze zijn en hoe ze in het leven willen staan. Het ervaren van genderdysfore gevoelens kan deze ontwikkeling bemoeilijken en grote onzekerheid en verminderd zelfvertrouwen tot gevolg hebben. Bovendien gaat de puberteit gepaard met grote lichamelijke veranderingen, die bij transgender jongeren extra verwarrende of neerslachtige gevoelens over hun lichaam kunnen opleveren. Door voorlichting op school, hulp bij het uit de kast komen in de klas en begeleide gesprekken met de jongere of met het gezin probeert Transvisie jongeren zoveel mogelijk te ondersteunen.

 

Contact met leeftijdgenoten

Maar Transvisie jongeren biedt ook contact met andere transgender personen van dezelfde leeftijd. En dat is fijn om meerdere redenen. Zo zijn transjongeren vaak de enige in hun directe omgeving die worstelt met zijn of haar genderidentiteit. Meestal zijn ze de enige in hun klas, of zelfs de enige op school of in hun woonplaats. Zonder het contact met transgender leeftijdgenoten kunnen transjongeren zich erg alleen voelen in hun transitie; bij gebrek aan herkenning kan het soms lijken alsof ze de enige zijn die moet doormaken wat zij doormaken. Bovendien vinden sommige transgender jongeren het lastig om verwarrende genderdysfore gevoelens onder woorden brengen, of vinden ze het eng om erover te praten met cis[2] jongeren, omdat ze bang zijn dat die hen niet zullen begrijpen of ze ermee zullen pesten. Tot slot kunnen transgender jongeren met allerlei vragen zitten waarmee ze in hun omgeving niet terecht kunnen, en waar enkel ervaringsdeskundigen mee zouden kunnen helpen.

     Om dit te faciliteren organiseert Transvisie gespreksmiddagen waar transjongeren elkaar kunnen ontmoeten. Ikzelf was een jaar of veertien toen ik voor het eerst naar een gespreksmiddag van Transvisie toeging. In het begin vond ik het erg spannend; niet alleen omdat het natuurlijk eng was om nieuwe mensen te ontmoeten, maar ook omdat ik best zenuwachtig was dat ik in een grotere groep over behoorlijk persoonlijke gevoelens zou moeten praten. Toch ben ik nog altijd blij dat ik gegaan ben. De herkenning en ondersteuning die ik heb gevonden tijdens de gespreksmiddagen hebben een ontzettend positieve invloed gehad op mijn transitie, en ook op mij als persoon.

     Tijdens de gespreksmiddagen komen jongeren vanuit het hele land naar een centrale plek om samen een middag door te brengen en met elkaar de praten over allerlei onderwerpen. Vaak worden er groepen georganiseerd voor jongeren onder de zestien, en groepen voor jongeren boven de zestien. Bij de ontvangst wordt aan iedereen gevraagd een naamsticker op te plakken met de naam die je voor die middag wil gebruiken (dat mag dus je oude naam zijn, maar ook een nieuwe die je wil uitproberen of die je al gebruikt in het dagelijks leven). De middag start vaak met een korte introductie en het voorstellen van de begeleiders van de groepen. Dit zijn maatschappelijk werkers die in dienst zijn bij Transvisie of vrijwilligers die aan Transvisie verbonden zijn. Meestal zijn een of meerdere begeleiders zelf ook transgender. Omdat zij vaak verder zijn in hun transitie, kunnen jongeren ook bij hen terecht met vragen over zaken die in een later stadium van hun transitie zouden kunnen komen, zoals operaties[3]. Verder weten begeleiders die zelf ook transgender zijn vanuit eigen ervaring waar zorg nodig is, welke onderwerpen of vragen belangrijk kunnen zijn om te behandelen tijdens gesprekken, en kunnen zij zich vanuit hun eigen ervaring inleven in de deelnemer. Om deze persoonlijke betrokkenheid te benadrukken introduceren de begeleiders zichzelf vaak door ook iets te vertellen over hoe ze hun transitie hebben ervaren of over hun dagelijks leven als transgender volwassene. Dit creëert een sfeer van openheid, waarin de deelnemers zich veilig leren voelen om over bepaalde onderwerpen te praten. De begeleiding benadrukt eveneens dat er in de groep in alle openheid gesproken mag worden en dat jongeren met de verhalen van anderen vertrouwelijk moeten omgaan.

 

Gespreksonderwerpen kiezen

Nadat de begeleiders zichzelf hebben geïntroduceerd krijgen de jongeren zelf de kans om zich voor te stellen; iedereen wordt gevraagd in elk geval zijn of haar naam en leeftijd te noemen, en tot slot te noemen hoe hij of zij zich identificeert, oftewel of iemand van jongen naar meisje gaat, van meisje naar jongen, zich hier tussenin voelt, of het nog niet zeker weet. Hierna beginnen de gesprekken. Uit praktische overwegingen wordt de groep vaak opgesplitst in kleinere groepjes. Deze gesprekken kunnen vele vormen hebben. Soms bedenken de begeleiders bijvoorbeeld vragen die te maken hebben met transgender zijn, of vragen over onderwerpen die hiermee in verband staan (zelfbeeld, acceptatie in de omgeving, pesten enzovoort). De deelnemers krijgen dan elk een blaadje waarop ze eerst in stilte voor zichzelf de vragen beantwoorden. Hierna gaan ze bij hun groepje zitten en bespreekt iedereen zijn of haar antwoorden met de rest van de deelnemers. Aan het einde van de gesprekjes wordt er door de begeleiders plenair aan een aantal deelnemers gevraagd wat hun antwoorden op de vragen waren.

     Een andere gespreksvorm die veel wordt toegepast is er een waar de begeleiders eerst centraal inventariseren waar deelnemers graag met elkaar over willen praten. De onderwerpen zijn vaak erg verschillend. Zo zijn er praktische vragen over bijvoorbeeld hormoongebruik of andere medische behandelingen zoals permanente ontharingen, of vragen over waar andere deelnemers hun binders, packy’s[4] of borstvullingen aanschaffen. Maar ook wordt vaak gevraagd naar de ervaringen van anderen, bijvoorbeeld over hoe anderen het op school hebben verteld, of ze het überhaupt in hun omgeving vertellen, of je je met gym bij de jongens of de meisjes omkleedt, of hoe je omgaat met pesten of onbegrip. Weer andere onderwerpen die veel genoemd worden gaan over zaken die puberende jongeren in het algemeen vaak bezighouden, maar die voor transgender jongeren lastig zijn thuis of met hun vrienden te bespreken omdat ze zich schamen of omdat de deze zaken voor hen anders werken dan voor mensen die cis zijn. Denk aan vragen over relaties, verliefdheid, seks, contact met leeftijdgenoten, groepsdruk of problemen thuis. Tot slot hebben de onderwerpen vaak te maken met gevoelens van twijfel die jongeren omtrent hun genderidentiteit ervaren, of met de gevolgen die hun ervaringen zullen hebben op hun verdere leven, bijvoorbeeld: voel ik me man of vrouw, of iets daar tussenin; wil ik later een geslachtsveranderende operatie of niet; wil ik mijn naam en geslacht veranderen op mijn paspoort, en waarom; hoe ga ik het later doen als ik kinderen wil krijgen?

     Alle onderwerpen die genoemd zijn worden door een begeleider op een bord geschreven, waarna de groep opgedeeld wordt in kleinere groepjes die onderling kunnen kiezen waar ze het over willen hebben. De centraal geïnventariseerde onderwerpen vormen een leidraad voor iedereen, dus groepjes die niet zo goed weten waar ze het over moeten hebben, kunnen iets kiezen van het bord. De begeleiders lopen tijdens de gesprekjes rond en kunnen sturen waar nodig, met name bij groepjes die het lastig vinden een gesprek gaande te houden. Als de kleine groepjes een tijdje met elkaar in gesprek geweest zijn, wordt de gespreksronde plenair afgesloten; de begeleiders vragen een of twee deelnemers van elk groepje te vertellen welke onderwerpen ze gekozen hebben en wat ze daarover hebben besproken.

     Als de gesprekken afgerond zijn en de centrale ronde is beëindigd is er vaak nog ruimte voor wat vrije tijd, waarin de jongeren iets kunnen eten en drinken en gezellig met elkaar kunnen kletsen. Iedereen is op dat moment vrij om nog door te gaan op onderwerpen waar ze in de groepjes niet aan toe gekomen zijn, of over andere dingen te praten. Voor deelnemers die elkaar kennen van vorige groepen is dit het moment om bij te kletsen of te socializen met mensen die ze nog niet kennen. Voor jongeren die nieuw zijn is het de kans om nieuwe mensen te ontmoeten en gegevens uit te wisselen. Omdat iedereen al in groepjes met andere jongeren heeft gepraat, is het meestal niet erg moeilijk om aansluiting te vinden; voor sommige jongeren zelfs misschien wel makkelijker dan op school. Toen ik nog naar de groepen ging was dit mijn favoriete gedeelte van de middag.

     Hoewel het fijn is om met lotgenoten in een veilige omgeving op een gestructureerde manier te kunnen praten, is de middag vaak snel weer om, waardoor sommige onderwerpen onbesproken blijven en onderlinge contacten zich misschien minder gemakkelijk kunnen intensiveren. Als je elkaar maar kort hebt gezien en hebt leren kennen, is het misschien nog een grote stap om buiten de groepen om contact op te nemen als het thuis bijvoorbeeld even tegenzit, of als er vragen opkomen waar de ander je misschien mee zou kunnen helpen. Om die drempel te verlagen is het voor veel jongeren fijn om langere tijd met andere transgender jongeren door te brengen. Bovendien leent een langduriger samenzijn zich voor het intensiever uitdiepen van bepaalde onderwerpen. Tot slot is het met name voor jongeren die vanwege onbegrip of uitsluiting moeilijk vrienden kunnen maken in hun omgeving of op school simpelweg ook weleens fijn om voor een langere periode ongedwongen plezier te kunnen maken met andere jongeren die je niet raar aankijken om wie je bent, maar juist begrijpen wat je doormaakt.

 

Op kamp

Uit al deze overwegingen ontstond bij Transvisie het idee voor een jongeren-meerdaagse, die inmiddels sinds 2009 elke zes maanden wordt georganiseerd. In de meivakantie duurt de meerdaagse altijd vier dagen, en in november een weekend. Het kamp vindt plaats op wisselende, besloten groepsaccommodaties binnen Nederland, en wordt georganiseerd door twee maatschappelijk werkers van Transvisie en een groep vrijwilligers. Ook op kamp is het grootste gedeelte van de begeleiding zelf transgender; vrijwillige oud-deelnemers van de gespreksgroepen die door Transvisie zijn uitgenodigd. Op deze manier ben ik ook benaderd, en natuurlijk zei ik meteen ja! Op de meeste kampen gaan tussen de 35 en 50 jongeren mee, van leeftijden tussen de 12 en de 25 jaar, zowel jongeren die net met de transitie beginnen als jongeren die al langere tijd in transitie zijn. De enige voorwaarde om mee te mogen is dat je ten minste één keer een gespreksmiddag hebt bijgewoond. Dit zodat de jongeren die meegaan in elk geval een beetje kunnen inschatten wat ze kunnen verwachten.

     Bij aankomst krijgen de jongeren net als bij de groepen een naamsticker, en als iedereen is gearriveerd wordt er na wat praktische mededelingen van de begeleiding (over kampregels en dergelijke) een grote voorstelronde gehouden. Net als bij de gespreksmiddagen beginnen wij van de begeleiding met een introductie van onszelf, en daarna noemt elke jongere in de kring zijn of haar naam en hoe hij of zij zich identificeert. Hierna spelen we een aantal kennis-makingsspellen zodat iedereen elkaars naam goed leert onthouden, en wordt er een kamerindeling gemaakt. Afhangend van de locatie slapen de deelnemers op kamers van tussen de drie en twaalf personen, ingedeeld op leeftijd (onder en boven de zestien), om hen zo te stimuleren in het contact met leeftijdgenoten. Wel mogen de kamers wat gender betreft gemengd zijn, en mogen de jongeren aangeven met wie ze op een kamer willen liggen. Als ze hun slaapspullen en koffers naar de kamer hebben gebracht worden er in de centrale ruimte kamergesprekjes georganiseerd, waarbij de ‘bewoners’ van elke kamer bij elkaar aan tafel zitten en aan de hand van vragen met elkaar bespreken of er dingen zijn die hun kamergenoten per se van ze moeten weten, of er speciale wensen of beperkingen zijn waar de anderen rekening mee moeten houden, en wat ze verwachten uit het kamp te kunnen halen. Na een kop chocolademelk is het voor deze eerste dag bedtijd. Spoken wordt niet toegestaan, maar gebeurt natuurlijk, zoals op ieder kamp, helaas veelvuldig.

     Voor de rest van de dagen van het kamp organiseren we diverse activiteiten, spellen en workshops. Meestal begint elke kampdag na het ontbijt met groepsgesprekken die vergelijkbaar zijn met die op de gespreksmiddagen. Soms worden deze gesprekken ook op dezelfde manier gestructureerd (dus bijvoorbeeld met het inventariseren van onderwerpen op het bord), maar soms worden ook andere gespreksvormen gebruikt. Zo hebben we weleens gebruik gemaakt van het eigenschappenspel, waarbij deelnemers uit een aantal kaarten met positieve eigenschappen een aantal eigenschappen moeten kiezen die bij hen passen, en daarna in kleinere groepjes hun keuzes moeten motiveren. Ook doen we wel het complimentenspel, waarbij deelnemers in kleinere groepjes op briefjes complimenten voor andere deelnemers, maar ook voor zichzelf, moeten opschrijven.

     Na deze gespreksgroepen is er vaak even pauze, en daarna vaak een korte sport- of bewegingsactiviteit, waarbij iedereen even buiten kan uitwaaien. Na de lunch is er meestal een grote middagactiviteit. Dit kan een groots opgezet spel zijn, een speurtocht of een spel in een nabijgelegen dorp, of een workshop, gegeven door een van de begeleiders van het kamp of door iemand die speciaal voor die middag is uitgenodigd. Meestal hebben deze workshops een creatief karakter: drama, dans en beweging, schrijven, knutselen, schilderen, maar ook gericht op weerbaarheid of zelfverdediging. ’s Avonds is er na het eten en voor bedtijd vaak nog tijd voor een nachtspel in een nabijgelegen bos of veld.

     Waar bij de gespreksgroepen de focus wel primair ligt op het uitwisselen van ervaringen met transgender zijn, gaat het bij de andere activiteiten niet per se expliciet over genderidentiteit. De spelactiviteiten of workshops hebben vaak een heel andere insteek, of een thema dat in eerste opzicht niets met transgender zijn te maken heeft. Dit omdat wij het belangrijk vinden dat de jongeren ook plezier met elkaar kunnen maken en juist ook af en toe even niet bezig hoeven te zijn met hun genderidentiteit. Toch worden bij veel van de activiteiten vaardigheden aangesproken die op allerlei manieren ontzettend nuttig kunnen zijn voor de jongeren; bij creatieve- of knutselworkshops kunnen ze hun gevoelens op een andere manier uiten dan door er met elkaar over te praten; bij speurtochten, nachtspellen en andere spelactiviteiten waarbij ze in groepjes moeten werken leren ze onderling te communiceren en met anderen samen te werken, wat onderling vertrouwen schept en goed is voor de team-building; bij bewegingsactiviteiten of dansworkshops leren ze vormen van lichaamsbewustzijn die erg nuttig kunnen zijn als je vanwege genderdysfore gevoelens soms juist liever niet met je lichaam bezig bent; bij weerbaarheids-trainingen of zelfverdedigingsworkshops worden jongeren geholpen beter voor zichzelf op te komen en in hun eigen kracht te komen staan in vervelende situaties waar transgender personen soms mee te maken kunnen krijgen. En los van het nut van de activiteiten hebben wij als begeleiders vaak ook erg veel plezier in het organiseren van spellen en workshops!

 

Bonte avond

Een van de belangrijkste activiteiten tijdens de Transvisie jongerenmeerdaagse is de bonte avond. Na het avondeten op de laatste dag krijgen de jongeren tijd om zich te verkleden; de bonte avond heeft namelijk altijd een thema, waar iedereen voordat het kamp begint van op de hoogte gesteld wordt. We hebben onder andere al een sprookjesthema, een sci-fi-, horror- en een wildwest-thema gehad. De jongeren worden aangemoedigd om een bijpassende outfit mee te nemen, maar natuurlijk wordt niemand gedwongen iets te doen wat ze niet prettig vinden. De begeleiding is zelf altijd verkleed.

     Nadat iedereen elkaars kostuums heeft kunnen bewonderen, begint het feest. Meestal organiseren we een spel om de bonte avond mee te beginnen, vaak bingo of een zeskamp waaraan de jongeren in teams deelnemen. Hierna beginnen de acts die men voorafgaand aan het kamp of in de vrije tijd tijdens het kamp met elkaar of alleen heeft voorbereid. Ook hierin is natuurlijk niets verplicht, dus het prima als sommige jongeren liever niet meedoen maar alleen willen toekijken. Acts variëren vaak van zang of muziek maken tot toneel-stukjes of ingestudeerde dansjes. Sommige jongeren playbacken, en weer anderen spelen een kort spel met de toeschouwers. Het doet er niet toe hoe goed de act is, maar vooral het meedoen telt. Sommige jongeren hebben echt talent, en laten fantastische acts zien. Anderen vinden het vooral leuk om iets te verzinnen en voor te bereiden, of vinden het gewoon leuk om mee te doen. De meeste jongeren lijken dit te begrijpen zonder dat wij hier expliciet op aan-sturen. Vaak wordt er bij acts die minder goed in elkaar zitten even hard meegeklapt en aangemoedigd als bij acts die wel uitblinken.

     Tijdens de bonte avond gebeurt het bijna nooit dat iemand wordt uitgelachen. Sterker nog: vaak geven mensen elkaar achteraf complimenten; niet omdat de act zo goed was maar omdat ze het hebben aangedurfd voor de groep te gaan staan. Vaak krijgen we te horen dat de bonte avond erg veilig voelt, waardoor zelfs verlegen deelnemers het soms aandurven een act te doen. Bovendien is het voor ons als begeleiders vaak erg ontroerend om naar de acts te kijken. Het is ontzettend bijzonder om te zien dat de jongeren zich zo open naar elkaar opstellen, en ook zitten er soms jongeren tussen die erg veel talent hebben en ons diep weten te raken met hun muziek, zang of dans. Na de acts, wanneer de muziek aangaat en de dansvloer opengaat, durven verrassend veel jongeren het aan om mee te dansen. Achteraf horen we vaak dat het een van de weinige plekken is waar ze durven te dansen, in tegenstelling tot op schoolfeesten of tijdens het uitgaan.

     Op de ochtend na de bonte avond wordt er na het ontbijt eerst altijd opgeruimd en schoongemaakt. De jongeren pakken hun tassen weer in en maken hun kamers schoon. Daarna sluiten we het kamp centraal af. Net als tijdens de opening maken de deelnemers samen met de begeleiders een grote kring. Hierna krijgen jongeren vaak eerst de kans op een blaadje op te schrijven hoe ze het kamp hebben gevonden, wat ze leuke activiteiten vonden en of ze nog tips hebben voor de begeleiding. Deze briefjes zijn erg nuttig voor ons om erachter te komen wat we bij een volgend kamp beter kunnen doen, maar ook om te lezen hoe de jongeren het kamp ervaren hebben. Dingen die wij bijvoorbeeld veel lezen is dat de meerdaagse voor veel jongeren een veilige plek is waar iedereen min of meer hetzelfde proces moet doormaken. ‘Je kunt er helemaal jezelf zijn, je hoeft niets uit te leggen, want iedereen kent het. Je kunt vrij over jezelf praten en ik hoef niet op mijn tellen te letten,’ schreef een jongere bijvoorbeeld. Een ander schrijft: ‘vooral de eerdere keren was ik erg opgelucht door de verhalen van andere transgender jongeren: ik ben niet de enige die dit heeft!’

     Natuurlijk is de transitie voor iedere jongere heel anders, maar veel jongeren spreken uit dat ze het fijn vinden om samen te zijn met leeftijdgenoten die snel begrijpen wat ze bedoelen als ze ergens over praten, onderling aan een half woord genoeg hebben, of over bepaalde onderwerpen eens niet zoveel hoeven uit te leggen. ‘Ik kan er praten met mensen op een manier die nergens anders kan,’ zegt een van de deelnemers bijvoorbeeld op zijn briefje.

     Jongeren herkennen tijdens de kampen veel van zichzelf in andere jongeren, of zijn er juist heel erg mee geholpen te horen hoe andere jongeren hun transitie aanpakken, of met bepaalde moeilijke dingen omgaan. Ook zijn er jongeren die het kamp omschrijven als een tweede thuis, of die de andere deelnemers een tweede familie noemen, en hierbij soms uitspreken dat ze het bij deze tweede familie prettiger hebben dan bij hun echte familie omdat die ze niet begrijpt of niet steunt. ‘Op de meerdaagse voelt het heel prettig, als een tweede thuis, als familie,’ schrijft een deelnemer bijvoorbeeld, ‘je leert daar wat echte vriendschappen zijn, dat je echt om mensen geeft.’ Daarnaast benoemen jongeren die nog niet zo lang in transitie zijn dat ze het fijn vinden om jongeren te ontmoeten die al langer in transitie zijn, omdat dit ze enigszins een beeld kan geven van wat zij van de transitie kunnen verwachten, en het ze bovendien de kans geeft naar de ervaringen te vragen van deelnemers die er al verder in zijn. (‘Op de gespreksgroepen en op de meerdaagse komt veel meer aan bod dan in mijn medische begeleiding op andere plekken. Jongeren die verder zijn met de behandeling kunnen me vertellen hoe zij dat beleefd hebben’.) In dezelfde lijn wordt ook vaak gewaardeerd dat de meeste begeleiders transgender zijn. Zo schrijft iemand: ‘het is fijn dat de begeleiding weet waar je het over hebt want ze hebben het zelf ook meegemaakt.’ Ook dit schept een mogelijkheid vragen te stellen, en versterkt het gevoel van onder-linge saamhorigheid dat veel deelnemers ervaren op kamp.

     Tot slot lezen we ook veel dat het kamp ook gewoon erg gezellig is, dat de activiteiten leuk gevonden worden, en dat het fijn is vrienden te kunnen maken met andere transgender jongeren, of contacten op te doen waar je ook na kamp mee kunt afspreken. De goede sfeer maakt het ook mogelijk ongedwongen met elkaar over transgender zijn te praten. ‘Op de meerdaagse is er ook tijd voor spontane gesprekken,’ schrijft een deelnemer. Veel jongeren vertellen dat bijvoorbeeld tijdens corveetaken, ’s avonds op de kamers, tijdens activiteiten of op andere momenten vaak toch goede gesprekken ontstaan. De sfeer onder deelnemers is, kortom, erg laagdrempelig, en deelnemers voelen zich daardoor in veel gevallen blijkbaar niet bezwaard om bepaalde onderwerpen aan te snijden. Gesprekken komen blijkbaar gemakkelijk tot stand, zowel met als zonder stimulering van de begeleiding.

     Na het invullen van de briefjes begint de evaluatiekring, waarin wij alle deelnemers één voor één vragen om centraal te vertellen hoe ze het kamp hebben ervaren. De briefjes zijn namelijk bedoeld voor de begeleiding en wij vinden het heel belangrijk dat de jongeren ook aan elkaar vertellen wat ze van het kamp hebben gevonden. Vaak is dit afsluitende kringgesprek een erg bijzonder en soms zelfs een emotioneel moment, ook voor ons. Sommige jongeren vinden het bijvoorbeeld moeilijk om naar huis te gaan. ‘Als ik thuis kom ben ik vaak wel een paar dagen somber: de confrontatie met de dagelijkse realiteit vind ik dan weer zwaar.’ Toch horen we ook veel positieve verhalen: mensen die er veel aan hebben elkaar te ontmoeten (‘ik heb echte vrienden gemaakt en ik skype soms dagelijks met hen’), kracht putten uit de meerdaagse (‘soms denk ik: ik wil niet meer leven. Als ik dan aan de meerdaagse denk dan vind ik weer kracht om door te gaan, dat helpt me’), of verwoorden hoe belangrijk de meerdaagse voor ze is (‘erkenning, helemaal jezelf kunnen zijn. Ik heb er veel steun aan. Het is net een grote familie, je hoeft helemaal niet meer te letten op het masker dat je in dagelijks leven toch wel vaak opzet’). En veel jongeren bedanken elkaar, voor de fijne tijd, voor goede gesprekken.

 

 

Leven als uitzondering

Als oud-deelnemer van de gespreksgroepen en als begeleider tijdens de meerdaagse heb ik kunnen zien hoe belangrijk het voor transgender jongeren is om contact te maken met leeftijdgenoten. Zelfs voor jongeren die niet dagelijks te maken hebben met onbegrip of uitsluiting is het fijn af en toe te praten met mensen die precies begrijpen wat je doormaakt omdat ze met dezelfde vragen worstelen, tegen dezelfde problemen aanlopen of over dezelfde dingen nadenken. Uit eigen ervaring weet ik dat het vaak lastig kan zijn een dergelijke verstandhouding op te bouwen met iemand die cis gender is, omdat die vaak niet of nauwelijks problemen ervaart met zijn of haar genderidentiteit. Voor cis gender personen die een transgender jongere in hun omgeving hebben is het daarom ook goed om zich bewust te blijven van het feit dat transgender personen vaak nog de uitzondering op de regel vormen in onze maatschappij. Vaak zijn ze in hun omgeving de enige die het leven zo zoals zij ervaren, en kunnen hier daarom soms moeilijk over praten, of vinden niet zo makkelijk herkenning. Daarnaast leven zij in een wereld die hen wel vaak bevraagt, van ze eist dat ze uitleg verschaffen over wie ze zijn en hoe ze zich voelen. En ook leven zij in een wereld die vaak in twijfel trekt of de manier waarop zij zich vanbinnen voelen wel echt is, en die zich afvraagt of het niet afkeurenswaardig, immoreel of krankzinnig is. Het kan erg veel van iemand vergen om hier voortdurend tegenop te moeten boksen.

     Dus voor cisgender mensen die iemand in hun omgeving die transgender is willen helpen: heb in het begin vooral begrip voor het feit dat iemand misschien niet meteen op je goede bedoelingen ingaat, niet meteen met je in gesprek wil, of misschien zelfs prikkelbaar kan reageren op bepaalde vragen. Soms duurt het gewoon even om iemands vertrouwen te winnen. Blijf proberen, maar respecteer ook iemands grenzen. Als iemand ergens niet over wil praten, ga er dan niet over door en begin over iets anders. Maar raak ook niet ontmoedigd, geef het niet op, en laat blijken dat je te vertrouwen bent en bereid bent een luisterend oor te bieden. Wat transgender personen uiteindelijk nodig hebben is hetzelfde als ieder mens: herkenning, liefde, geborgenheid, vriendschap, veiligheid. Het is jammer dat deze dingen voor veel transgender jongeren niet vanzelfsprekend zijn. Ik denk dat transgender jongeren bij Transvisie tijdens de gespreksgroepen en op de kampen de kans krijgen om gereedschappen te verzamelen die ze in het dagelijks leven kunnen inzetten om al deze dingen voor zichzelf mogelijk te maken.

 


[1] In Nederland is het voor jongeren mogelijk om vanaf hun pubertijd behandeld te worden met puberteitsremmende medicijnen, waarmee het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken (borstgroei, baard in de keel etc.) van hun biologische geslacht wordt uitgesteld, zodat deze niet later middels ingrijpende behandelingen ongedaan hoeven te worden gemaakt. Vanaf hun zestiende kunnen jongeren kiezen voor crossgender hormoon therapie. Een eventuele geslachtsveranderende operatie is pas vanaf achttien jaar toegestaan.

 

[2] Persoon bij wie het biologische geslacht en de genderidentiteit overeenkomen.

[3] Betreft de geslachtsveranderende operaties: voor transvrouwen zijn er meerdere manieren om van de penis een vagina te maken. Daarnaast kunnen transvrouwen kiezen voor een borstvergroting. Voor transmannen kunnen indien gewenst en/of nodig de borsten worden verwijderd. Ook kan de baarmoeder worden verwijderd, en verder zijn er meerdere mogelijkheden om door middel van plastische chirurgie een penis te maken. Zowel voor transmannen als transvrouwen geldt dat iedereen voor zichzelf kiest welke operatie(s) hij of zij wil ondergaan. Sommige transgenders kiezen voor alle operaties, sommige voor één of een paar, anderen weer voor geen enkele.

 

[4] Binders zijn strakke hesjes die transmannen onder hun kleding dragen om de zichtbaarheid van hun borsten onder hun kleding te verminderen. Packy’s zijn vullingen in de vorm van een penis die door transmannen gebruikt kunnen worden om de onderbroek mee op te vullen.