De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is geen op zichzelf staande wet, maar een toevoeging aan het Burgerlijk Wetboek (boek 7, titel 7, afdeling 5). Een geneeskundige behandelingsovereenkomst is een vorm van een overeenkomst van opdracht, hier tussen de patiënt en de hulp- of zorgverlener.
De WGBO is zogenoemd dwingend recht, dat wil zeggen dat hulpverleners en patiënten onderling geen afspraken kunnen maken die in strijd zijn met dit wetboek.  In deze wet zijn de rechten en plichten van volwassenen patiënten vastgelegd, maar ook van minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen. Van de hulpverlener verlangt de wet het verlenen van goede zorg, maar hij heeft daarbij het recht om zijn eigen beslissingen te nemen. Hij hoeft niet zonder meer te doen wat een patiënt hem vraagt. Als een hulpverlener van mening is dat een bepaalde behandeling onredelijk of medisch niet noodzakelijk is, mag hij weigeren deze uit te voeren; de hulpverlener laat zich bij nemen van zijn beslissingen leiden door zijn eigen deskundigheid en professionele standaarden die gelden voor de beroepsgroep.

Raadpleeg de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst op overheid.nl