Recent las ik Max, Mischa & het TET-offensief, een bejubeld boek geschreven door Johan Harstad. Met veel plezier; het is een prachtig boek dat verhaalt over het leven van een toneelregisseur die als veertienjarige jongen vanuit Noorwegen naar de Verenigde Staten migreert met zijn ouders en zusje.

Hij vindt het er afschuwelijk, en het kost tijd, veel tijd, om te aarden. Hij mist zijn vrienden, de vanzelfsprekendheid van het dagelijks leven, zijn school, de plekken waar hij uithing en het bestaan dat zij hadden als gezin. Na verloop van tijd verbleken de contacten met zijn vrienden, de brieven worden korter en oppervlakkiger, maar een nieuw sociaal netwerk heeft hij nog niet. Max is lange tijd in verzet, en drijft zijn ouders tot wanhoop over de gevolgen van de door hen gemaakte en geïdealiseerde keuze.

Misschien is de adolescentie wel een heel moeilijke levensfase om ontworteling en acculturatie mee te maken. Acculturatie betekent het (gaan) leven in ten minste twee culturele omgevingen. Onderzoek, vooral vanuit de sociologie (Sam & Berry, 2010) heeft aangetoond dat er verschillende manieren te onderscheiden zijn waarop groepen mensen zich verhouden tot vroeger en nu, en ‘daar’ en ‘hier’. De dimensies waarlangs David L. Sam en John W. Berry mensen groepeerden waren: tendens tot vasthouden van cultuur van oorsprong versus tendens tot aangaan van interacties in de nieuwe cultuur. Zo ontstaan vier categorieën: separatie, marginalisatie, assimilatie en integratie. Mensen die zowel culturele waarden, normen en gebruiken waarderen en vasthouden – zoals hechten aan het opdoen van nieuwe ervaringen –, ondergaan de minste (acculturatie)stress en komen er als het meest succesvol uit. Het zij opgemerkt dat het hier gaat om groepen mensen, niet zozeer om individuele keuzes. Migratie brengt dus zowel verlies als winst mee, en gaat gepaard met zowel rouw als groei.

Dit themanummer was aanvankelijk toegespitst op diversiteit. Omdat diversiteit, de verscheidenheid tussen mensen, een wel héél breed thema is, alomvattend feitelijk, hebben we er al snel voor gekozen ons te beperken tot culturele diversiteit. In dit nummer komen dus niet de ervaren verschillen in gender of seksuele oriëntatie aan bod – hoe actueel die in onze samenleving ook zijn. Evenmin gaan we in op diversiteit in religie, of opleidingsniveau, inkomen, organisatiecultuur et cetera.

Wat verstaan we onder ‘culturele diversiteit’, en waarom is het van belang voor lezers van dit tijdschrift voor kinder- en jeugdpsychotherapie? Cultuur allereerst, verwijst naar al die dingen die groepen mensen creëren, doen en delen, zoals eetgewoonten, godsdienst, normen en waarden, en wijze van kleden, muziek en voorwerpen. Cultuur is net als water, je ziet het amper van binnenuit – maar pas wanneer je er afstand van neemt, kun je het scherper onderscheiden en beschrijven. Contrast is dus nodig om de levenswijze van een bepaalde groep te definiëren. Dat maakt ‘cultuur’ zo’n vergankelijke term: het is continu in verandering en daarmee eerder dynamisch dan vaststaand van aard.

Op 1 juni 2022 had meer dan een kwart van de bevolking in Nederland een migratieachtergrond. Daartoe worden gerekend mensen die in het buitenland geboren zijn (de eerste generatie), alsook degenen die in Nederland geboren zijn en van wie ten minste een van hun ouders immigrant is (de tweede generatie). Er is een geleidelijk stijgende lijn van het aantal westerse, en niet-westerse mensen met een migratieachtergrond in Nederland (CBS, 2022). Deze laatste groep is gemiddeld jonger dan personen met een westerse migratieachtergrond: 27,5 procent is jonger dan twintig jaar (CBS, 2022). Ruim een miljoen kinderen en jongeren (1.255.168) dus verblijven in Nederland en hebben een migratieachtergrond (CBS 2022, peildatum juni 2022).

Nu is het niet de verwachting dat migratie-ervaringen van jongeren, of een of beide ouders, direct leiden tot een noodzaak voor psychotherapie. Dat is geenszins aan de orde; mensen vinden het antwoord wel op grote veranderingen. Tegelijkertijd is bekend dat migratie, zeker als het gedwongen migratie betreft (als gevolg van oorlog en geweld bijvoorbeeld), gepaard gaat met het risico op psychische gezondheidsklachten (als traumatische stress, acculturatiestress en depressie). Bovendien kunnen sommige klachten al in het land van herkomst zijn ontstaan en in Nederland aandacht vergen. De website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi, 2022) vermeldt dat sinds de transitie van de jeugdzorg (opgetuigd in 2013) geen landelijke cijfers beschikbaar zijn over het gebruik van geestelijke gezondheidszorg (ggz) door jeugd in Nederland. Er is blijkbaar geen afstemming tussen gemeenten over de zorgconsumptie. Het is bekend dat de beschikbaarheid van zorg aan jeugd onder druk staat; vermoedelijk staan kinderen met een migratieachtergrond ergens achter in de rij. Dat is niet in de laatste plaats omdat zij andere verwachtingen hebben van de benodigde zorg. Zij interpreteren hun klachten nogal eens vanuit een ander perspectief: wie psychische klachten heeft, is ‘gek’ – en angst voor stigmatisering is groot. Daarnaast wordt het voor hen veelal niet gemakkelijk gemaakt om toegang tot zorg te krijgen. Zo wordt niet altijd een tolk ingeschakeld, en onbekendheid met het beantwoorden van vele vragen kan tot ongemak en wantrouwen leiden. Vele migranten hebben ervaring met discriminatie of achtergesteld worden. Er is al met al veel werk aan de winkel wanneer we een inclusieve en diverse samenleving beogen, met toegang tot gezondheidszorg voor iedereen.

Op dit terrein nu begeeft dit themanummer zich, uiteraard toegespitst op kinderen en jeugd. En met bijzondere aandacht voor aspecten die van belang kunnen zijn in de behandelkamer van een psychotherapeut. Zo beargumenteren Haza Rahim en collega’s dat culturele identiteitsproblemen een rol spelen bij de psychische gezondheid van biculturele jongvolwassenen. Merel Velu presenteert haar advies over cultureel sensitief werken, stevig onderbouwd met onderzoek en ervaring met alleenstaande, minderjarige vluchtelingenkinderen. Velu geeft zogenoemde interculturele mediators een belangrijke rol. In een gesprek met een intercultureel werker van het eerste uur, Sita Somers, een professional met veel ervaring, gaat het over armoede, de grondslag voor veel problemen onder arbeidsmigranten en vluchtelingen, maar ook bij een heleboel andere gezinnen. Groepsverschillen doen ertoe, cultuur veel minder, zegt Somers. De omgang en communicatie met jonge patiënten met een ogenschijnlijk complexe en cultuurdiverse achtergrond is het speelveld van Cor Hoffer, cultureel antropoloog en socioloog. Manik Djelantik en Kirsten Smeets – kinder- en jeugdpsychiater, respectievelijk psycholoog – behandelen een casus: de psychiatrische diagnostiek van een vluchtelingenkind uit Eritrea. Dat goede diagnostiek cruciaal is, blijkt ook uit de bijdrage van Anne Maaskant. Haar casus betreft een peuter die met zijn ouders sinds vier jaar in Nederland is, met het vermoeden van een autismespectrumstoornis. Een mooi voorbeeld van hoe ouders en zorgverlener elkaar tijdens de behandeling weten te versterken. Elisa Duinhof en collega’s beschrijven hun onderzoek onder Marokkaanse, Turkse en Nederlandse moeders. De overeenkomsten in de perceptie van problemen bij hun kinderen zijn opvallend. Verschillen zaten vooral in de inzet van het sociale netwerk om over de zorgen over hun kinderen te kunnen praten. Alle bijdragers aan dit nummer zijn van mening dat aanpassing van twee kanten moet komen. Dat is niet nieuw, zoals ook migratie van alle tijden is. En hoe saai zou het zijn wanneer er geen diversiteit zou bestaan?

Literatuur

CBS (2022). Hoeveel mensen met een migratieachtergrond wonen in Nederland? Centraal Bureau voor de Statistiek. https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-asiel-migratie-en-integratie/hoeveel-mensen-met-een-migratieachtergrond-wonen-in-nederland-

Harstad, J. (2015). Max, Mischa & het TET-offensief. Podium.

NJi (2022). Cijfers over jeugd en opvoeding. Nederlands Jeugdinstituut. https://www.nji.nl/cijfers/geestelijke-gezondheidszorg-voor-jeugdigen-jeugd-ggz

Sam, D. L., & Berry, J. W. (2010). Acculturation: When individuals and groups of different cultural backgrounds meet. Perspectives on Psychological Science, 5(4), 472-481. https://doi.org/10.1177/1745691610373075