Over het beleid van de overheid, als het over hulpverlening aan kinderen en jeugdigen gaat, wind ik me al jaren op. Iedereen heeft verstand van kinderen, dus is een dure expert niet nodig. Het resultaat van dit beleid is onder andere dat in de jeugdzorg een aantal medewerkers op maximaal hbo-niveau zijn best doet om complexe problemen met kinderen en gezinnen op te lossen, terwijl daarvoor gespecialiseerde universitair opgeleiden nodig zijn: de gz-psycholoog, de orthopedagoog, de klinisch psycholoog, de kinder- en jeugdpsychotherapeut en de kinder- en jeugdpsychiater. Voeg daaraan toe de geldverslindende bemoeienis van de gemeenten, en je weet dat de hulp-verlening aan kinderen en jeugdigen nog goedkoper moet worden.

Beperkt onderzoek,
verstrekkende gevolgen

De laatste jaren heb ik geregeld te maken gehad met dossiers met complexe scheidingen onder de hoede van de jeugdbescherming. Mijn opwinding over het beleid steekt de kop op als ik in zo’n dossier lees welke maatregelen voor kind en ouders door een jeugdbeschermer dringend worden geadviseerd op basis van beperkt onderzoek, maar wel met potentieel verstrekkende gevolgen. Nogal eens kom ik tegen dat de gezinsvoogd als het ware wordt ingelijfd in het systeem van de moeder, hetgeen gezien de slechte relatie tussen de ouders ten nadele werkt van de vader en het contact met hun kind. Ik neem het de gezinsvoogden niet kwalijk, zij zijn overbelast en overvraagd. Maar de rechter gaat af op hun oordeel dat te vaak door niet besefte vooringenomenheid tot stand gekomen is (Lindemans, 2020). Een psychotherapeut daarentegen weet hoe lastig het kan zijn om neutraal en onpartijdig te blijven. Intervisie is nodig om scherp te blijven en te ontdekken hoe je in zo’n proces belandt vanuit onze eigen historie en opvattingen. Door zijn sensitiviteit voor partijdigheid kan de kinder- en jeugdpsychotherapeut in de wereld van de jeugdbescherming eigenlijk niet worden gemist.

We kunnen het gebrek aan kennis en vaardigheden constateren, we kunnen ons in de steek gelaten voelen door de overheid, maar we kunnen ook zelf iets doen. Wij, de kinder- en jeugdpsychotherapeuten van Nederland, moeten veel meer kenbaar maken wat wij kunnen bijdragen in een scheidingssituatie. De VKJP is geen belangenorganisatie als het gaat om geld, maar wel als het gaat om de kwaliteit van het vak. Het is belangrijk om te inventariseren bij welke instanties en overheden de VKJP aan tafel zou moeten zitten, als daar niet al in is voorzien via de federatie P3NL. Beschrijf op de website wat een kinder- en jeugdpsychotherapeut kan bijdragen bij scheidingsprocedures en laat mee-denkende leden daar hun kennis en ervaring aan toevoegen. Casusbeschrij-vingen kunnen zinvol zijn. Evenzo publicaties in tijdschriften voor jeugd-hulpverlening en jeugdbescherming, waarin de toegevoegde waarde van de kinder- en jeugdpsychotherapeut beschreven wordt. Ook rechters en advocaten hebben veel meer informatie nodig over de expertise van de kinder- en jeugdpsychotherapeut, met als gevolg kwaliteitsverbetering in onderzoek en besluitvorming. Laten wij, vanuit onze vakbekwaamheid, in die behoefte voorzien.

Binnenskamers ons werk,
daarbuiten zwijgen

Deze gedachten gaan al enige tijd door mijn hoofd. Wij moeten ophouden met onze cliënten in de steek te laten door binnenskamers ons werk te doen maar daarbuiten te zwijgen. Toen ik in mei 2018 het verslag las van André Rouvoet, benoemd door de Tweede Kamer om een aanpak te leveren voor Scheiden zonder Schade, miste ik de inbreng van mijn collegae. Vooral voor de kinderen moet de schade van een scheiding beperkt blijven, maar de deskundigen op het gebied van emoties en gedrag van kinderen en jeugdigen hadden zich niet gemeld om mee te praten. Vervolgens heb ik mijn opinie opgeschreven voor de NRC (Akkerman, 2018). Kinder- en jeugdpsychotherapeuten moeten de hoofd-rol krijgen in de gespreksvoering met kinderen. Het heeft onder andere geleid tot de interesse van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en iets meer professionele aandacht voor kinderen.
Het lag voor de hand mijn pleidooi in de NRC ook voor te leggen aan de VKJP. Ziehier het resultaat. Een themanummer over echtscheiding waarvoor ik gastredacteur mag zijn. Met een breed scala aan invalshoeken en onderwerpen waarmee de kinder- en jeugdpsychotherapeut te maken kan krijgen, met onder meer een update vanuit het Platform Scheiden zonder Schade en een toelichting van de makers van de herziene Richtlijn Scheiden en problemen van jeugdigen, en een exclusief stuk over veerkracht en scheiding van JoAnne Pedro-Carroll. Dat en nog veel meer kennis en visie vormen het themadossier dat de psychotherapiepraktijk inzake echtscheidingen onmiddellijk zal verrijken. Samen publiceren kan leiden tot meer kennis, meer samenwerking en meer kwaliteit. Het resultaat is een nummer dat het verdient om in brede kring gelezen te worden. Wat een expertise, en wat een kansen voor de VKJP.

Literatuur

Akkerman, M. (2018, 5 juli). Kind bij scheiding nog steeds niet goed af. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op: https://www.nrc.nl/nieuws/2018/07/05/kind-bij-scheiding-nog-steeds-niet-goed-af-a1608944

Lindemans, E. (2020). Verstoten vaders. VPRO DocTalks, 2doc, 23 maart 2020. Geraadpleegd op: https://www.2doc.nl/documentaires/series/2doc/2020/maart/verstoten-vaders.html